Anna en het Café

Regen valt zachtjes op de daken van Londen. In het hart van de stad ligt het café Turn O’ The Century. Knisperend hout is te zien en te horen binnen het café. Het is druk en er zijn veel tafels bezet. Aan één van de tafels zit Anna. Zij is een archeoloog en houdt ervan om elke donderdag avond in Turn O’ The Century te werken aan haar hobby: fantasie boeken schrijven. Ze is onervaren, maar vindt het proces fascinerend.

Op een gegeven moment opent de voordeur en komt er en man binnen het café. Hij is gewaad in een lange jas, zijn gezicht nauwelijks zichtbaar vanwege de hoge hoed die met flappen kleed over zijn gezicht hangt. Hij loopt stapsgewijs op haar af en veegt de regen voor zijn ogen weg.

‘Jij. Jou moet ik hebben,’ zegt de man.

Anna kijkt op en ziet de man voor haar staan met grote verbazing.

‘Sorry?’

‘Hier. Dit is voor jou,’ zegt hij terwijl hij een envelop aan haar geeft waar een rode stempel op staat.

‘Maar, ik…’ wil Anna zeggen, maar de man loopt weg.

Ze oogt de envelop en breekt de zegel. Ze leest, ‘Op het heden bent u de enige die ons kan redden. Zie ons aankomen op het maanlicht dat vanavond schijnt, op de berg die u levensberg noemt.’ Haar handen trillen van plezier en ook wat nerveusheid. Wat kan haar daar te wachten staan? Vandaag zou ik werken aan beginzinnen, maar dit klinkt veel interessanter. Ik ga het doen!

Ze pakt haar spullen in en staat op. Ze betaalt de rekening bij de bar en loopt de voordeur uit. Haar paraplu klapt ze uit en loopt naar het begin van de berg levensberg. Door poort van het pad de berg loopt ze. Achter haar lopen twee mannen die lijken alsof ze jeuk hebben. Ze krabben aan hun armen en benen. Ze let er niet op.

Een tijdje later komt ze een omgevallen boom tegen. Ze probeert het opzij te duwen, maar besluit uiteindelijk om er overheen te klimmen. Ze valt en haar paraplu breekt in de val.

‘O, nee. Nu word ik helemaal nat zeker,’ zegt ze hardop.

De andere padlopers trekken zich er niets van aan en lopen ongestoord door. Ze staat op en probeert de spijlen in haar paraplu te repareren. Het lukt niet. Ze gooit de paraplu weg en loopt door.

Een paar wolven huilen verderop. De geluiden laten haar benen trillen. Ze klimt en klimt. Uiteindelijk vindt ze de top van de berg. Wat nu? denkt ze. O, ja. Wachten op het maanlicht. Man, ik hoop dat dit niet weer een studentengrap is.

Na een aantal minuten te wachten hangt de maan hoog in de hemel, het schijnt en er komen kleine mannetjes aanlopen uit een donkere heuvel.

‘Help! Wat zijn jullie!?’ zegt Anna.

‘Wij,’ in een hoge stem, ‘zijn de Ontalans. Help ons, wij smeken u!’ zegt een van de groene mannetjes. Elk mannetje zo groot als een voetbal.

‘M-maar ik…’ wil Anna zeggen, maar ze blijft stil omdat aan haar mouwen worden getrokken door de mannetjes. Verrast door de kracht staat ze op. ‘Nou, oke dan.’

‘Geweldig, volgt u ons.’

Anna loopt gewillig mee met de mannetjes en houdt de handen vast. Ze stoppen voor een muur dat met bladeren bedekt is.

‘Sata Moi Lan Ese,’ zegt het breedste mannetje.

De muur met bladeren verdwijnt en er opent een portaal naar een andere omgeving. Anna volgt de mannetjes het portaal in.

De omgeving daar is gevuld met een dennenbos waar de zon schijnt alsof het het midden van de dag is. Ze wordt begeleid langs een pad dat langs een waterval gaat en ze ziet daar een klif met daarop een sleutel hangen. De klif is omringt met water en voor de mannetjes is het ontoegangelijk terrein.

‘Daar is een sleutel, boven op een klif,’ zegt Anna.

‘Dat klopt mevrouw,’ zegt één van de mannetjes. ‘Wij moeten de sleutel weer hebben in onze stad. Het is het hart van onze samenleving. Zonder de sleutel zijn wij gedoemt. Onze vijand Etlandes is een groot gevaar. Zonder onze sleutel kunnen ze de stad binnenkomen en onze vrouwen en kinderen slachten. Help ons!’

‘Oke,’ zegt Anna, ‘, wat wil je dat ik doe?’

‘Pak de sleutel, plaats het in het midden van onze stad, en geef ons het genoegen om onze vijanden te weerhouden.’

Ze pakt de sleutel met gemak en brengt het door begeleiding van de Ontalanse troepen naar het midden van de stad. De Ontalans laten de sleutel zakken in een gat dat diep ondergrond gaat.

Samen met de Ontalans viert Anna gezamenlijk een feest die diep tot aan de avond doorgaat.

De volgende dag keert Anna terug en beland ze in het Café Turn O´ The Century. Ze peinst over haar ontmoetingen en hoe zij een koninkrijk heeft gered en niemand die ze kent weet ervan.